Verkoopintentie ondernemers neemt na jaren van daling sterk toe
De afgelopen twee jaar is er bijna een verdubbeling te noteren in het percentage ondernemers dat bereid is het bedrijf binnen nu en twee jaar te verkopen. 70% vindt het nu zelfs een goed moment om het bedrijf te verkopen. Hiermee wordt het beeld bevestigd dat de verkoopbereid toeneemt als de economische vooruitzichten onzeker zijn. Dit is één van de hoofdconclusies uit de jaarlijkse Bedrijfsovername-Monitor, een onderzoek dat sinds 2013 uitgevoerd wordt in opdracht van Marktlink Fusies & Overnames. Net als in voorgaande edities zijn ruim 200 MKB-bedrijven met tien tot tweehonderd medewerkers voor het onderzoek geïnterviewd.
Na twee jaren van daling is er dit jaar sprake van een sterke toename van de verkoopintentie (het willen verkopen binnen 2 jaren). Na respectievelijk 13% en 10% in 2017 en 2018 is dit jaar een forse stijging naar 17% te zien. Ook het percentage ondernemers dat stelt mentaal klaar te zijn voor een verkoop is dit jaar verdubbeld naar 12% (tegenover 6% in 2018). “Een mogelijke verklaring voor deze trend is dat verkoopbereidheid anticyclisch is,” aldus Tom Beltman van Marktlink Fusies & Overnames. “Als het goed gaat met het bedrijf, dan wil de ondernemer daar nog wel een aantal jaar van blijven profiteren. Maar nu er een recessie gloort, staan weer meer ondernemers open voor een verkoop om de waarde van de onderneming veilig te stellen.”
Bijna een derde van de geïnterviewden denkt dat verkoop binnen vijf jaar actueel wordt en twee derde denkt binnen tien jaar. “Dit zou betekenen dat van de circa 70.000 MKB-bedrijven jaarlijks 4.600 bedrijven van eigenaar wisselen, oftewel een vervijfvoudiging van het jaarlijkse aantal transacties,” aldus Beltman. Waar vorig jaar nog 63% dacht dat de waardering van het bedrijf de komende twaalf maanden stijgt, is dat dit jaar fors gedaald naar 39%. Ook deze trend wijt Beltman aan onzekerheid in de markt.
Pensioen ondernemers zit vast in bedrijf
Voor bijna twee derde van de ondernemers is het pensioen afhankelijk van de succesvolle verkoop van het bedrijf. De pensioenonzekerheid leidt ertoe dat ruim 40% van de ondernemers morgen zou verkopen bij een goed bod. Beltman: “Dit verklaart wellicht ook het grote verschil tussen het aantal ondernemers dat de intentie heeft om te verkopen en het aantal daadwerkelijk geslaagde transacties. Veel ondernemers schatten de waarde van hun bedrijf, en daardoor hun pensioen, te hoog in. Hierdoor is verkoop in de praktijk nog geen optie.”
Buitenlandse koper betaalt meer
Omdat Marktlink sinds dit jaar ook met eigen vestigingen in Duitsland en België vertegenwoordigd is, kijkt het onderzoek dit jaar ook naar internationale transacties. Een ruime meerderheid van de ondervraagde ondernemers onderschrijft dat Europese ondernemers binnen Europa moeten uitbreiden om concurrerend te blijven met Azië en de VS. Circa 40% ziet een toename in Internationale transacties. De twee belangrijkste redenen die zij aanvoeren om te kiezen voor een internationale koper? Ze denken dat buitenlandse partijen meer geld betalen en geloven dat ze interessanter zijn doordat ze zich in een niche bevinden die aantrekkelijk is voor buitenlandse partijen.
Beltman: “De Nederlandse ondernemer heeft het hier bij het rechte eind, want in de praktijk zien wij dat buitenlandse partijen vaak bereid zijn meer te betalen dan Nederlandse partijen. Uit recent onderzoek van Brookz onder dezelfde doelgroep blijkt bijvoorbeeld dat in Duitsland gemiddeld 20% meer betaald wordt voor een MKB-bedrijf.”
België en Duitsland favoriete aankooplanden
Over het algemeen ziet de Nederlandse ondernemer voldoende groeikansen in de binnenlandse markt en zit daarom niet direct te springen om een buitenlands avontuur. Slechts 10% van de ondernemers zou een bedrijf in het buitenland willen kopen. De buurlanden Duitsland (54%) en België (27%) zijn hierbij het meeste in trek.
De belangrijkste redenen om geen bedrijf in het buitenland te kopen zijn met name ingegeven door onbekendheid. Zaken als taalbarrière, cultuurverschillen en verschillen in wetgeving worden veelvuldig genoemd. Dit onderschrijft ook het extreem hoge percentage van 92% van de ondervraagde ondernemers dat aangeeft dat een lokale overname-adviseur nodig is bij een internationale transactie.
Beltman: “Ondernemers zien het belang van een sterke Europese economie, maar de verschillen tussen de landen ervaren ze als groot. Wij zien in de praktijk dat de verschillen in wetgeving weliswaar groot zijn, maar tussen ondernemers, zodra ze met elkaar aan tafel zitten, zeker niet. Voor de (Europese) politiek ligt er in onze ogen dan ook een grote verantwoordelijkheid om wetgeving meer te harmoniseren om internationale transacties te bevorderen. Dit versterkt de Europese concurrentiepositie.”
Investeerders maken een opmars als potentiële koper
Op de vraag of een ondernemer bereid is een deel van zijn bedrijf te verkopen aan een investeerder als die wat toevoegt aan het bedrijf, gaf vorig jaar een meerderheid nog aan dat niet te willen. Nu is dat slechts 46%. Investeerders worden in respectievelijk 9% en 20% als eerste en tweede keuze genoemd als potentiële koper. Vorig jaar was dat nog maar 5% en 13%.
Beltman: “De Nederlandse overnamemarkt is volwassen. Met ruim 200 investeringsfondsen zijn er veel kopers op de markt. In circa 40% van de transacties is de koper een investeerder. Het is een goede zaak dat de perceptie van ondernemers steeds dichter bij de realiteit komt aangaande investeerders. Steeds meer ondernemers zien investeerders als een logische potentiële koper.”